Liedjes zingen
Met behulp van zang verschillende lichaamsdelen benoemen. ‘hoofd schouders, knie en teen, knie en teen’
IJsklontje
Ervaren van eigenschappen van een voorwerp. Laat een ijsklontje over de tafel glijden. Laat het kind eraan voelen (of likken) en laat het ermee spelen.
Torentje bouwen
Bewust maken van het gebruik van de handen. Ga met het kind aan tafel zitten. Leg uw hand in het midden van de tafel en leg daarna uw andere hand erop. Trek de onderste hand weg en zeg: ‘boem!’. Samen met het kind om beurt een hand op de andere hand leggen, de onderste hand wegtrekken en weer ‘boem’ zeggen.
Spiegel
Het benoemen van lichaamsdelen. Ga met het kind voor de spiegel zitten, wijs de neus aan en zeg: ‘neus’. Zo ook voor de andere lichaamsdelen.
Handen tekenen
Het zien en gebruik maken van de handen. Teken op een groot vel papier (bv. behangpapier) de omtrek van uw hand. Doe hetzelfde bij de hand van het kind. Laat het kind dit vervolgens zelf doen. Hetzelfde kan ook gedaan worden met de voeten.
Kinderliedjes met gebaren
Het leren bewegen op muziek, het leren van nieuwe woordjes.