
(Zelf)regulatie en belangstelling voor de wereld om zich heen
Beschrijving: Het kind laat in deze mijlpaal zien dat hij steeds meer aandacht heeft voor de ander. Het kind krijgt meer belangstelling voor zijn omgeving en gaat betekenis geven aan alles wat hij ziet. Door te luisteren, te zien en te voelen, heeft het kind aandacht voor allerlei ervaringen. Na verloop van tijd zie je ook dat het kind zijn aandacht gericht gaat gebruiken richten belangrijke anderen zoals zijn ouders of gerichte aandacht naar het (spel) materiaal.
Een vraag die we onszelf kunnen stellen: Hoeveel is het kind bij ons? Waar is de aandacht van het kind?
- Het kind heeft nog een wisselende aandacht
- Het kind is nog vluchtig in het spel
- Soms weet een kind nog niet goed wat hij met zijn emoties moet.
- Problemen in deze mijlpaal; Het kind kan nog veel herhalende activiteiten laten zien en heeft geen aandacht voor zijn omgeving, het lijkt alsof het kind in zijn of haar eigen bubbel zit, of is zo vluchtig dat hij zich niet kan richten of onvoldoende geïnteresseerd is in wat de ander wil laten zien of vertellen.
Wat je als ouder kunt doen:
- Aanwezig zijn, samen zijn met je kind en je kind helpen rustig en kalm te blijven.
- Samenwerken aan aandacht tussen ouder en kind
- Het kind betrekken in plezierige interacties:
- Experimenteer met gezichtsuitdrukkingen (zien).
- Gebruik je stem en intonatie om de aandacht van je kind te krijgen (horen)
- Gebruik kietelspelletjes en bewegingspelletjes (tast en beweging).
- Zorg voor meerdere interactieve momenten en als je de aandacht van het kind hebt, probeer die dan langer vast te houden.
Doelen voor het kind
- Het kind is in staat gerichtere aandacht te laten zien met een ouder tijdens tast- en bewegingsspel, denk hierbij aan kietelspelletjes. Het kind kijkt je aan voordat je gaat kietelen en ervaart plezier.
- Het kind is rustig en kan met ondersteuning aandacht laten zien richting de ander.
- Het kind is rustig en kan gerichte aandacht laten zien zonder dat hij daar de ander voor nodig heeft.
- Er ontstaat communicatie heen-en-weer, dit mag ook oogcontact of wijzen zijn. Het kind wil met je zijn ervaring delen.
- Het kind is in staat aandacht te hebben voor interactie met andere kinderen.
- Het kind is in staat aandacht te hebben voor een groep om zich heen.
- Het kind is in staat aandacht te laten zien voor andere omgevingssituaties.